Eigenlijk wilde hij biologieleraar worden, maar het liep anders. Door het vroegtijdig overlijden van zijn oudste broer Carel, kwam Harrie (76 inmiddels) alsnog in het familiebedrijf terecht. Caspar (50) en Julius (47) blikken terug op het arbeidzame leven van hun vader.
"Hij was pas zeventien en moest het vak nog leren”, vertelt Caspar. "Hij is toen een jaar gaan werken bij een borstel- en kwastenfabriek in Duitsland en woonde daar in een kosthuis. Je kunt het je nu bijna niet voorstellen, maar daar ging hij in z’n eentje met de trein naar toe.” Ook in een ander opzicht was dit een grote stap. "De oorlog was nog niet zo lang voorbij, er werd toen anders tegen Duitsland aangekeken dan vandaag de dag”, vertelt Julius. Ook Harrie had de oorlog aan den lijve ondervonden. Julius: "De kelder van ons pand aan de Boddenkampstraat diende tijdens bombardementen als schuilplaats voor de hele buurt. Harrie heeft daar als klein jongetje benauwde uren doorgebracht."
"Hij was pas zeventien en moest het vak nog leren”, vertelt Caspar. "Hij is toen een jaar gaan werken bij een borstel- en kwastenfabriek in Duitsland en woonde daar in een kosthuis. Je kunt het je nu bijna niet voorstellen, maar daar ging hij in z’n eentje met de trein naar toe.” Ook in een ander opzicht was dit een grote stap. "De oorlog was nog niet zo lang voorbij, er werd toen anders tegen Duitsland aangekeken dan vandaag de dag”, vertelt Julius. Ook Harrie had de oorlog aan den lijve ondervonden. Julius: "De kelder van ons pand aan de Boddenkampstraat diende tijdens bombardementen als schuilplaats voor de hele buurt. Harrie heeft daar als klein jongetje benauwde uren doorgebracht."
Een neus voor ondernemerschap
Lurvink senior bleek een uitstekende neus te hebben voor het ondernemerschap. Caspar: "Hij ging zelf de Twentse dorpen langs om klanten te bezoeken en te luisteren naar hun wensen. Al heel vroeg zag hij de mogelijkheden van groene zeep als schoonmaakmiddel en in de jaren 60 waren we volgens mij het eerste bedrijf in Nederland dat verfrollers op de markt bracht.” Julius: "Hij zag de teloorgang van de Twentse textielindustrie tijdig aankomen. Voor onze borstelfabriek was dat een belangrijke afzetmarkt. Dat was voor onze vader reden om ons bedrijf om te vormen naar de groothandel die we nu zijn. Het is de vraag of we anders nog zouden hebben bestaan.”Omzet is geen winst
De overdracht naar Julius en Caspar begin jaren 90 verliep heel soepel. "Hij heeft ons altijd heel vrij gelaten in onze keuzes, we zijn nooit gepusht om het bedrijf in te gaan”, blikt Caspar terug. Julius: "Kort na ons intreden kregen we het predicaat ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Onze moeder Els heeft daarvoor het initiatief genomen.”Harrie heeft altijd gezegd op zijn 65e te stoppen en voegde in 2007 de daad bij het woord. Julius: "Vooral in de periode net na zijn afscheid kwam hij vaak nog even langs. ‘Betaalt iedereen op tijd? En omzet is geen winst hè!’ kregen we dan te horen. Wisten wij ook weer waar het om draaide."