Het familieverhaal begint in 1893. De broers Carel en Anton Josef Lurvink starten hun borstelmakerij in Enschede. Op dat moment hadden zij niet kunnen bedenken dat deze tweekoppige onderneming op een bovenverdieping zou uitgroeien tot een schoonmaakgroothandel met drie vestigingen en 65 medewerkers in 2018. Met aan het roer hun nazaten, de vierde generatie, broers Julius en Caspar Lurvink. Geniet mee van een familieverhaal over overleven, groeien en doorgaan.
De feiten in familie-opvolging in 125 jaar Carel Lurvink zijn als volgt: in 1893 start de 1e generatie, Carel en Anton Josef Lurvink, met hun eigen onderneming. De 2e generatie Antoon, zoon van Carel, komt in 1927 de gelederen versterken, gevolgd door de 3e generatie Harrie, zoon van Antoon, in 1960 en 4e generatie, zoons Caspar in 1990 en Julius in 1991.
“Zowel relaties met medewerkers als die met klanten gaan ver terug in de tijd. Betrouwbaarheid is de verbindende factor. Dit blijkt uit het feit dat we in 1993 het predicaat Hofleverancier hebben gekregen. Ook tijdens de crisisjaren hebben we loyaliteit ondervonden. We houden het vertrouwen hoog door mee te gaan met de tijd, de service geven die ‘gewoon’ is, zoals het leveren binnen een dag anno 2018. En we blijven ontwikkelen met per 1 oktober een nieuwe website, gebouwd volgens de nieuwste technologieën.”
“We weten niet of er een 5e generatie aan Carel Lurvink wordt toegevoegd. Caspar en ik hebben beiden kinderen tegen wie wij zeggen: ‘kijk om je heen, er is meer dan Carel Lurvink’. Natuurlijk hebben zij vakantiewerk bij ons gedaan, maar het is geen vanzelfsprekendheid dat zij ons in de toekomst opvolgen. We denken daar nu ook nog niet over na”, besluit Julius, “we zijn nog jong genoeg om vele jaren door te gaan!”
De feiten in familie-opvolging in 125 jaar Carel Lurvink zijn als volgt: in 1893 start de 1e generatie, Carel en Anton Josef Lurvink, met hun eigen onderneming. De 2e generatie Antoon, zoon van Carel, komt in 1927 de gelederen versterken, gevolgd door de 3e generatie Harrie, zoon van Antoon, in 1960 en 4e generatie, zoons Caspar in 1990 en Julius in 1991.
Tweede Wereldoorlog
Wat kan de huidige directie zelf herinneren van de geschiedenis van het bedrijf en de familieleden? “Mijn overgrootvader heb ik niet gekend, de anderen natuurlijk wel”, vertelt Julius Lurvink. “En mijn oudtante Iet, de dochter van Carel. Als kind was zij onze bron van wie we veel verhalen hoorden. Zij heeft van kinds af aan het bedrijf meegemaakt, is ermee oud geworden en kon er mooi over vertellen. Net zoals mijn vader, die alle vier generaties heeft meegemaakt en nog steeds meeleeft. Ik herinner mij nog dat tante Iet ons vertelde over het bombardement op Enschede in de Tweede Wereldoorlog. Dat was voor mij toch wel het meest pakkende moment dat mij altijd is bijgebleven. Onze fabriek stond in de Boddenkampstraat in Enschede. Op 22 februari 1944 vielen tijdens het bombardement van Engelse bommenwerpers in onze straat de meeste bommen. De verliezen waren groot. Aan de overkant van de fabriek lag alles plat. Alle mensen uit de buurt zaten met onze familie in de schuilkelder van ons bedrijf. Wonder boven wonder bleef onze zaak overeind, op enkele gebroken ramen na, we waren gespaard en konden doorgaan. Later hebben we nog een ramp meegemaakt en wel de verschrikkelijke vuurwerkramp. Ook deze hebben we gelukkig overleefd.”Opgroeien
“Ook Caspar en ik waren al jong betrokken bij het familiebedrijf. We groeiden ermee op. In iedere schoolvakantie liepen we rond op de zaak. Zo’n magazijn met veel artikelen is natuurlijk bere-interessant. Vanaf 12 jaar mochten we mee balansen. Tellen totdat je erbij neerviel. Het is nooit een must geweest, wij vonden het leuk. We waren ook niet de zoontjes van de baas. In Twente overheerst nuchterheid, ook op dit vlak. Na de middelbare school koos Caspar voor de Ondernemersschool. Ik wilde naar de heao, maar na zes weken stage gelopen te hebben bij mijn vader in het bedrijf, liet ik dat plan varen. Hier wil ik blijven werken. Ook ik ging de tweejarige Ondernemersschool doen. Waarom zou ik zo lang gaan studeren, als ik toch al wist wat ik wilde gaan doen. In 1990 kwam Caspar bij de zaak, in 1991 volgde ikzelf. Onder de vleugels van onze vader hebben wij sinds de jaren ’90 veel geleerd en in de praktijk kunnen neerzetten. In 2007 nam onze vader, volgens zijn eigen plan op 65-jarige leeftijd, afscheid. Toen mochten wij het roer overnemen. Caspar is de technische man. Hij weet over ieder artikel wel een verhaal te vertellen. Zelf zorg ik voor de bedrijfsvoering. Onze vader blijft nauw betrokken, hij komt nog regelmatig langs voor een kop koffie.”Doorgaan
“Ja, we gaan positief gestemd door, de toekomst in. Carel Lurvink is inmiddels een gevestigde naam. We zijn specialist in ons vakgebied sinds 1893. We bieden nu een breed assortiment schoonmaak- en veiligheidsartikelen, schilderbenodigdheden, bedrijfskleding, machines, verpakkingsmateriaal, kantinebenodigdheden, sauna & wellness-artikelen en producten voor gevelreiniging aan diverse sectoren. We leveren onze producten mét advies en opleidingen. Deze services zijn essentiële voorwaarden voor onze klanten, want onze producten bestaan uit verschillende materialen, waarvan je kennis moet hebben om deze goed toe te passen. Onze klanten zijn vakmensen en specialisten, die goede materialen nodig hebben. Met onze insteek en onze medewerkers kunnen we voor hen van toegevoegde waarde zijn.”“Zowel relaties met medewerkers als die met klanten gaan ver terug in de tijd. Betrouwbaarheid is de verbindende factor. Dit blijkt uit het feit dat we in 1993 het predicaat Hofleverancier hebben gekregen. Ook tijdens de crisisjaren hebben we loyaliteit ondervonden. We houden het vertrouwen hoog door mee te gaan met de tijd, de service geven die ‘gewoon’ is, zoals het leveren binnen een dag anno 2018. En we blijven ontwikkelen met per 1 oktober een nieuwe website, gebouwd volgens de nieuwste technologieën.”
“We weten niet of er een 5e generatie aan Carel Lurvink wordt toegevoegd. Caspar en ik hebben beiden kinderen tegen wie wij zeggen: ‘kijk om je heen, er is meer dan Carel Lurvink’. Natuurlijk hebben zij vakantiewerk bij ons gedaan, maar het is geen vanzelfsprekendheid dat zij ons in de toekomst opvolgen. We denken daar nu ook nog niet over na”, besluit Julius, “we zijn nog jong genoeg om vele jaren door te gaan!”