Cradle to cradle (C2C)
Cradle to cradle, ook wel C2C genoemd, is ontwikkeld door William McDonough en Micheal Braungart. Zij introduceerden deze andere manier van denken over en het ontwerpen van duurzame oplossingen in de vorm van processen en producten. Kortweg gaat dit concept dus om producten die oneindig kunnen worden hergebruikt of die onschadelijk afgebroken kunnen worden. De uitgangspunten van cradle to cradle zijn het hergebruik van zonne-energie, het eren van biodiversiteit en het gedachtegoed dat afval voedsel is. De kern van deze filosofie is daarmee dat materialen die in het ene product zijn gebruikt op een hoogwaardige manier worden hergebruikt in het volgende product, in een technische cyclus of in een biologische cyclus.
De biologische en technologische kringloop moeten daarbij gescheiden worden. Er wordt daarbij expliciet onderscheid gemaakt tussen biologische en technologische materialen. Onder technologische materialen valt het geheel aan synthetische materialen. Door dit principe van het keurmerk worden de materialen verwerkt in een aparte cyclus. Omdat afval daarnaast voedsel is, mag het niet giftig zijn. De rest moet daarentegen in een technologische kringloop hergebruikt kunnen worden. Bij C2C wordt hernieuwbare energie gebruikt. De producten moeten dus gemaakt zijn uit materiaal dat al gebruikt is. Cradle to cradle moet waarde toevoegen in plaats van het verminderen. Het idee erachter is dat er altijd een positieve voetdruk achtergelaten moet worden. Materialen moeten gezond zijn en kunnen worden hergebruikt, productie moet verlopen via duurzame energie en cradle to cradle moet voor (schoon) water zorgen en sociale eerlijkheid. Wanneer aan deze eisen wordt voldaan, kan het de risico’s doen verminderen, de productwaarde doen toenemen, de kosten verlagen en nieuwe winsten creëren omtrent de materiaalstromen.
Voorop in deze theorie staat het verbeteren van de circulariteit van producten en de maatschappij. Daarvoor is het vooral belangrijk om producten erg goed te ontwikkelen en intelligent door te ontwikkelen. Dat gebeurt door schadelijke grondstoffen te vermijden, stoffen in hun biologische of technologische kringloop te laten blijven en menging van stoffen te voorkomen. Het wordt dus zo gemaakt dat het makkelijk uit elkaar te halen is en dat producten gebruik maken van circulaire grondstoffen.
Vervolgens moet er intelligent geproduceerd worden door duurzame energie te gebruiken, de volledige keten te benutten om kringlopen te sluiten, lokale mogelijkheden te gebruiken, mensen optimaal in te zetten en deze te respecteren (wat leidt tot minder ziekte-uitval). De productie moet verspilling van energie en grondstoffen voorkomen. Afval wordt hierin gezien als voedsel. Het is daarom van belang dat grondstoffen geen waarde verliezen bij het hergebruiken of recyclen. Daarom wordt er gebruik gemaakt van upcycling, waar normaal gesproken downcycling gebeurt bij het recyclen van artikelen. Downcycling houdt in dat de grondstof waarde verliest en erdoor bijvoorbeeld niet nóg een keer hergebruikt kan worden. Cradle to cradle zorgt daar dus wel voor.
Tot slot moet er intelligent vermarkt worden om het cradle to cradle keurmerk te behalen. Dat gebeurt door niet het eigendom van het product, maar het gebruikte van het product te verkopen en door een nieuwe markt te creëren voor gebruikte stoffen, zodat afval verdwijnt.
Het keurmerk kent vijf niveaus van duurzaamheid, namelijk basis, brons, zilver, goud en platina. Bedrijven en producten worden onderverdeeld in deze categorieën middels een beoordeling op de samenstelling van de materialen, de mogelijkheden van hergebruik van deze materialen, het gebruik van hernieuwbare energie, duurzaam waterbeheer en de sociale rechtvaardigheid. De beoordeling verschilt per productgroep. Eén keer in de twee jaar wordt er door een onafhankelijk bureau een controle uitgevoerd naar deze criteria.
Bij Carel Lurvink vindt u onder andere van BlackSatino veel producten terug die gebruik maken van het cradle to cradle concept.